Hoe zit het nu met het water dat uit de kraan komt? De ene persoon zegt dat het kwalitatief het beste van de wereld is en een ander beweert dat het vol zit met chemicaliën en hormonen. Je kan je toch bijna niet voorstellen dat er gifstoffen in ons drinkwater zouden voorkomen? Ik besloot een aantal weken geleden dit onderwerp eens wat dieper te onderzoeken en wat ik tegen ben gekomen is best alarmerend.
In 2013 verscheen er een artikel in het NRC dat er in het Nederlandse drinkwater meer geneesmiddelen voorkomen dan wellicht “gezond” is. “Geneesmiddelen komen via de urine en ontlasting van patiënten terecht in het rioolwater en daarna ook het drinkwater. De concentratie geneesmiddel in drinkwater is te laag om schadelijk te zijn voor mensen. Wat mensen ongemerkt binnenkrijgen via drinkwater is ongeveer 1000 keer minder dan wat patiënten bewust innemen bij het slikken van medicijnen. De langetermijneffecten van blootstelling aan zulke lage concentraties geneesmiddelen of aan mengsels van zulke middelen, is echter onbekend.”
Maar wie en vooral hoe bepaalt men dan wanneer een concentratie wel of niet schadelijk is, als er nog nooit onderzoek is gedaan naar de lange termijn effecten? Door de toenemende vergrijzing zullen steeds meer geneesmiddelen in het oppervlaktewater terecht komen. Zuiveringsinstallaties verwijderen zo’n 65 procent van de geneesmiddelen in het rioolwater, de rest komt met het gezuiverde water in het oppervlaktewater terecht. Jaarlijks komt er in Nederland ruim 11 ton geneesmiddel in het oppervlaktewater terecht.
“Er zouden betere rioolwaterzuiveringsinstallaties gebouwd kunnen worden, maar dat zou de waterzuivering twee keer zo duur maken. Het afvalwater van ziekenhuizen zou apart gezuiverd kunnen worden, maar ziekenhuizen veroorzaken slechts 20 procent van de geneesmiddelen in het rioolwater. De rest komt uit woonwijken.”
Er zijn volgens het artikel ongeveer 200 soorten geneesmiddelen aangetroffen in Nederlands oppervlaktewater. Voorbeelden van veel voorkomende geneesmiddelen zijn de antibiotica sulfamethaxol en erytromycine, pijnstillers ibuprofen en diclofenac, cholesterolverlager bezafibraat en een middel tegen epilepsie en stemmingsstoornissen carbamazepine.
Een rapport dat ik tegenkwam van het RIVM uit 1999 al is ook niet erg geruststellend, klik hier. Er werd toen al gesproken van potentiële gezondheidsrisico’s en het belang van scherper toezicht en metingen in de toekomst. Hier is een rapport van een meting uit 2001. Hoe zou het er nu voor staan?
Een rapport uit 2013 van het RIVM geeft aan dat het oppervlaktewater ernstig vervuild is, lees hier het rapport. Rioolzuiveringsinstallaties kunnen de stoffen niet goed verwijderen, dit is zorgwekkend. Ook het gebruik van pesticiden zorgt voor een verslechtering van ons water, ik heb hier een tijd geleden een blog over geschreven, lees hier. Het RIVM blijft erbij dat de concentraties die voorkomen in ons drinkwater niet schadelijk zijn voor de gezondheid. Dat is dan duidelijk voor de stoffen die worden gemeten, dat schijnen er zo’n 60 te zijn. Het vervelende is dat er inmiddels zo’n 1800 verschillende geneesmiddelen (en nog meer pesticiden) in omloop zijn die mogelijk schadelijke stoffen kunnen bevatten. Het is een dure grap om al die stoffen te controleren en dat gebeurd ook niet. De eventuele reactie die stoffen op elkaar kunnen hebben wordt ook niet onderzocht.
Het RIVM heeft 33 stoffen aanbevolen die door de waterzuiveringsbedrijven gecontroleerd moeten worden omdat die veel gebruikt worden en/of slecht afbreekbaar zijn. Volgens een uitzending van Nieuwslicht (VARA) mogen waterleidingbedrijven echter zelf bepalen op welke (extra) geneesmiddelen ze controleren.
Vanuit alle informatie die ik tegenkwam zou je dus ook vraagtekens kunnen zetten bij mineraalwater uit “natuurlijke bronnen”. De controle op schadelijke stoffen is scherper op ons drinkwater dan op het water dat in flessen wordt verkocht, vaak komt het ook uit dezelfde bron. Het thuis water filteren schijnt volgens de meeste websites nog de veiligste en (op langer termijn) goedkoopste optie te zijn.
Alles wijst erop dat dit een zeer complex onderwerp is en verder onderzoek is dan ook echt noodzakelijk om een goede mening te kunnen vormen.
Warme groet,
Manon Plokker, huidtherapeut