Zelfbruinende crème nieuw wapen tegen huidkanker?
Ik kwam een artikel tegen in de Volkskrant waarin stond dat een nieuw ontwikkelde zelf bruinende crème een toekomstig wapen zou kunnen zijn tegen huidkanker. Het aantal gevallen van huidkanker blijft maar toenemen en de cijfers voor de toekomst zijn alarmerend. Elke nieuwe ontwikkeling op dit vlak is meer dan welkom.
De Amerikanen zijn verantwoordelijk voor het ontwikkelen van dit middel dat het pigment in de huid stimuleert. Het lijkt dus een nieuw wapen tegen huidkanker. Direct op het gezicht smeren, wordt het advies, zodra het middel verkrijgbaar is. Bruin worden zonder zon? Dat is mogelijk, schrijven de Amerikaanse onderzoekers in Cell Reports. Ze ontwikkelden een crème die de aanmaak van pigment in de huid stimuleert, waardoor de natuurlijke bescherming van het lichaam tegen schadelijke uv-stralen verbetert. Het middel vormt daarmee mogelijk een nieuw wapen tegen huidkanker. De crème is nog niet verkrijgbaar, maar Amerikaanse wetenschappers boekten opvallende successen in het laboratorium.
Volgens het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) steeg het aantal gevallen van huidkanker landelijk van 15 duizend in 1989 naar 53 duizend in 2014. Dat ligt vooral aan het Nederlandse zongedrag, meldt het IKNL in een nieuwsbericht. Pigment beschermt tegen uv-schade – daarom maakt de huid het aan. Als wetenschappers de natuurlijke pigmentproductie een handje helpen, kan dat dus huidkanker voorkomen, schrijven de Amerikaanse onderzoekers. Ook mensen met zonne-allergie of andere zongevoeligheden zijn gebaat bij extra pigment.
De werkzame stof in de crème brengt het laatste deel van pigmentatie reacties kunstmatig op gang. Normaal gesproken veroorzaakt uv-licht een reeks biologische reacties waardoor speciale huidcellen, de melanocyten, het pigment melanine produceren. De Amerikaanse onderzoekers ontwikkelden een stof die de menselijke huid kan binnendringen en het laatste deel van deze reacties kunstmatig op gang brengt. Ze testten dit nieuwe middel eerst op menselijke cellen, vervolgens op muizen en uiteindelijk op een los stukje gezonde mensenhuid. In al deze gevallen werkte het, schrijven ze.
Tamar Nijsten, dermatoloog bij het Erasmus Medisch Centrum, is enthousiast over de publicatie, vooral omdat de uitkomsten direct te vertalen zijn naar patiëntenzorg en preventie. Bovendien is het onderzoek zorgvuldig uitgevoerd, meent Nijsten, omdat naar cellen, muizen én menselijke huid is gekeken. ‘Veel verder dan dit kun je niet komen zonder op mensen te testen.’ Ook Nico Smit, bioanalyticus aan het Leids Universitair Medisch Centrum, vindt het sterk dat de stof op menselijke huid is getest, al plaatst hij wel een kanttekening. Volgens Smit werd de huid weliswaar zichtbaar bruiner, maar hebben de onderzoekers geen metingen gedaan. Daardoor is niet zeker of de huid enkel melanine produceerde of ook pheomelanine, een pigment dat onder meer een rode haarkleur veroorzaakt en minder bescherming biedt tegen uv-straling.
Nijsten benadrukt hoe belangrijk het is dat de nieuwe stof direct op de huid aan te brengen is. Op dit moment is het hormoon alfa-MSH, dat ook pigmentproductie stimuleert, verkrijgbaar in de vorm van supplementen en spuitjes, vertelt hij. Dit hormoon heeft echter veel bijwerkingen, waaronder een verhoogd libido en een verhoogde kans op melanomen, een vorm van huidkanker. Door een stof plaatselijk aan te brengen, kun je veel beter doseren, waardoor er minder bijwerkingen ontstaan. ’60 procent van de huidkanker zit in het gezicht. Je kunt eventueel dus zeggen: ik smeer alleen mijn gezicht in met deze stof.’
Ik ben benieuwd naar de toekomst!
Met zonnige groet,
Manon Plokker, huidtherapeut